Gerechtshof Arnhem: niet opnieuw jeugddetentie voor betrokkenheid bij overval

Het gerechtshof in Arnhem heeft in hoger beroep bepaald dat een jeugdige overvaller niet opnieuw jeugddetentie hoeft te ondergaan. De jongere, die werd bijgestaan door mr. Nijboer, zat enige tijd in jeugddetentie, werd vervolgens door de rechtbank onder zeer strenge voorwaarden (waaronder elektronisch toezicht) in vrijheid gesteld, maar moest na de uitspraak toch weer naar de jeugdgevangenis.

Tegen de uitspraak van de rechtbank werd hoger beroep ingesteld. Niet omdat de jongere vond dat hij geen straf verdiende, maar omdat het vonnis van de rechtbank het door hem ingezette traject op een onwenselijke manier doorkruiste.

Het gerechtshof woog alle belangen tegen elkaar af en kwam onder meer tot de volgende conclusie;

“Het pedagogische karakter van het jeugdstrafrecht houdt in dat sancties en maatregelen er vooral op gericht zijn de ontwikkeling van de jeugdige te stimuleren, de jeugdige te ‘heropvoeden’, te resocialiseren en te weerhouden van het plegen van strafbare feiten. Daar tegenover staat dat het bij zeer ernstige misdrijven gepleegd door een jeugdige aan de samenleving en de slachtoffers niet valt uit te leggen als niet een van de zwaardere straffen zoals een jeugddetentie wordt opgelegd. Het hof kiest ervoor, alle hiervoor genoemde voors en tegens afwegende, verdachte toch niet opnieuw terug te sturen naar detentie in een jeugdinrichting. De verdachte heeft al een periode vast gezeten en hernieuwde detentie zou de ingezette positieve ontwikkeling op onwenselijke wijze doorkruisen. Wel zal het hof aanvullend nog een werkstraf opleggen, strenge begeleiding door de reclassering en de verplichting de aanzienlijke schade aan de slachtoffers te vergoeden.”

De volledige uitspraak is hier te lezen:

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2021:1916